zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Gegeneraliseerde angststoornis

Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis zijn de hele tijd angstig en bezorgd over alledaagse dingen. Ze hebben moeite deze zorgen en angsten onder controle te houden.

De gegeneraliseerde angststoornis lijkt veel op depressie, maar een belangrijk verschil met depressie is dat iemand met deze angststoornis last heeft van bijvoorbeeld zweten en hartkloppingen.

Een verschil met andere angststoornissen is dat de angst de hele tijd aanwezig is, en niet komt door een bepaalde situatie. Een ander verschil is dat de gegeneraliseerde angststoornis meestal pas begint als iemand tussen de 50 en 60 jaar is.

Verschijnselen

Voor wie aan een gegeneraliseerde angststoornis lijdt, staan de frequentie, intensiteit en duur van de zorgen niet in verhouding tot hun feitelijke bron. De optredende spanningen staan de dagelijkse gang van zaken in de weg. Het betreft vaak zorgen over werk, geld en gezondheid (ook van anderen). Ook maakt iemand zich vaak overmatig veel zorgen over op tijd zijn voor afspraken, het schoonhouden van het huis en de ordelijkheid van de werkplek. Er zijn ook lichamelijke symptomen: afkoeling, klamme handen, hyperactiviteit, moeite met slikken, problemen met het maag-darmkanaal, diarree, schrikachtigheid, spierspanningen, misselijkheid en zweten.

De betroffene wordt bovendien snel moe en heeft slaapproblemen. Hij is vaak snel geïrriteerd en klaagt over een gespannen gevoel. De diagnose is niet eenvoudig, omdat de aandoening ook een teken kan zijn van andere angststoornissen, zoals de paniekstoornis, een depressieve stoornis, of van misbruik van drugs of geneesmiddelen.

Gegeneraliseerde angststoornissen komen bij circa vier procent van de bevolking voor, waarvan twee keer zo vaak bij vrouwen als bij mannen. De stoornis ontwikkelt zich vaak in de jeugd en kan vele jaren aanhouden, met een wisselende sterkte. Tijdens perioden van stress kan de stoornis plotseling verergeren.

Behandeling

Psychotherapeutisch
De beste behandelingen voor angststoornissen zijn vaak gedragstherapeutische behandelingen gebaseerd op exposure (graduele blootstelling aan de angstveroorzakende factoren) en behandelingen vanuit Acceptance and Commitment Therapy. Deze behandeling heeft echter alleen het beoogde gevolg als aan de angststoornis psychische conflicten ten grondslag liggen. Vaak is dat niet het geval, waardoor medicamenteuze therapie noodzakelijk is

Medicamenteus
Tot en met de tachtiger jaren, werden angststoornissen voornamelijk met benzodiazepines behandeld. Dit zijn zeer effectieve middelen. Nadelen van deze middelen zijn het versuffende effect, en met name het optreden van tolerantie en het risico op verslaving. Deze middelen werken via hun interactie met de GABA-A receptor. Voorbeelden zijn diazepam (Valium), oxazepam (Seresta), lorazepam (Temesta), bromazepam (Lexotanil) en alprazolam (Xanax). Benzodiazepines zijn geschikt voor een kortdurende behandeling van angst, voor de behandeling van een acute fase van de angst en bij slaapproblemen.

Tegenwoordig beschouwt men de antidepressiva van de types SSRI en SNRI als middelen van eerste keuze. Voorbeelden zijn paroxetine (Seroxat), citalopram (Cipramil), fluvoxamine (Fevarin), fluoxetine (Prozac) en venlafaxine (Efexor). Deze middelen worden over het algemeen goed verdragen. De werking van deze middelen treedt pas na een paar weken in.

Barbituraten en overige middelen voor de behandeling van GAS zijn vaak: buspiron (Buspar), clomipramine (Anafranil), moclobemide (Aurorix) en fenelzine (Nardil).

Een recente ontwikkeling is de ontdekking dat sommige anti-epileptica ook een angst-verminderende werking hebben; bijvoorbeeld gabapentine en pregabaline.